Samen staan we sterker in politiek Den Haag
Als zelfstandig professional bedient Mariëlle Jissink haar opdrachtgevers in verschillende rollen, zoals casemanager op dossier- en organisatieniveau en als praktijkondersteuner van de bedrijfsarts. Daarnaast is ze docent aan de post-hbo-opleiding Register Casemanager. Al sinds de oprichting van het RSC is ze lid. En ze raadt anderen het lidmaatschap van harte aan. ‘Hoe groter we als beroepsvereniging zijn, hoe meer invloed we hebben op de beslissingen die beleidsmakers nemen.
‘Voorheen was ik HR-manager. Ik had veel te maken met verzuim en wilde meer van dat onderwerp weten. Ik volgde een basiscursus, maar vond casemanagement zó interessant, dat ik mijn leertraject uitkwam met een diploma van de post-hbo-opleiding Register Casemanagement. Ik heb me toen meteen ingeschreven bij de beroepsvereniging. Toen later het RSC werd opgericht, heb ik me daar bij aangesloten, omdat bij deze vereniging de specialisaties van casemanagement centraal staan. Zo heb ik zelf bijvoorbeeld taakdelegatie als specialisatie.’
‘Iedereen mag zichzelf casemanager noemen, het is een vrije titel. Als lid van het RSC kan ik me onderscheiden. Hiermee laat ik zien dat ik de juiste opleidingen heb gevolgd, dat ik mijn kennis up-to-date houd en dat ik altijd binnen de geldende wet- en regelgeving kan adviseren. Voor mijn opdrachtgevers zoek ik zelf regelmatig naar casemanagers. Mijn zoektocht begint dan steevast in het ledenbestand van het RSC.’
‘Ik vind het ook belangrijk om studenten het goede voorbeeld te geven door lid te zijn. Ik benoem onder meer het goede aanbod aan bijscholing, zodat je altijd op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen. En ook het netwerk dat je ermee opbouwt, vind ik van toegevoegde waarde. Nog een reden waarom ik het lidmaatschap aanraad, is dat we ons als beroepsvereniging kunnen laten gelden in politiek Den Haag. Hoe groter we zijn, hoe meer invloed we hebben op de beslissingen die beleidsmakers nemen. Wij werken met de regels die ze daar bedenken. Dus is het goed als wij ze laten weten waar werkgevers en werknemers in de praktijk tegenaan lopen.’