Het kabinet is demissionair en dus terughoudend met ingrepen in het sociale stelsel voor ziekte en arbeidsongeschiktheid. Ook de beperkte keuzes die de coalitie wél maakt, hebben echter nog altijd flinke impact. Dit blijkt uit een analyse van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) die het kabinet op Prinsjesdag publiceerde. We zetten de voornaamste besluiten en voornemens hieronder voor je op een rij.
Download de voornaamste besluiten en voornemens Kabinet Prinsjesdag 2023
Verlenging vereenvoudigde WIA-beoordeling
Het kabinet zet de vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers langer voort. De regeling ging op 1 oktober 2022 in en zou eerst eind 2023 aflopen; dat wordt nu dus een jaar later. Het doel is de mismatch bij sociaal-medische beoordelingen en het aantal WIA-voorschotten te verkleinen. Door de verlenging neemt logischerwijs ook de impact van de maatregel op het stelsel toe. Zo valt een groter aantal WGA-uitkeringen buiten de gebruikelijke toerekening aan individuele werkgevers. Het RSC uitte eerder dit jaar zijn zorgen over de werkbaarheid van deze premie-uitzondering.
Verlenging tijdelijke maatregel kwijtschelden WIA-voorschotten
UWV zal ook in 2024 geen WIA-voorschotten terugvorderen bij werknemers die uiteindelijk geen WIA-uitkering krijgen toegewezen en bij wie ook verrekening met een andere uitkering geen optie is. Het kabinet verlengt de buitenwettelijke tijdelijke maatregel van deze strekking met een jaar. Ook dit is een besluit met flinke impact op het stelsel: het niet terugvorderen van voorschotten drijft de collectieve schadelast op. Daarnaast woedt al geruime tijd een juridisch gevecht over de vraag of UWV voorschotten terecht in rekening brengt bij WGA-eigenrisicodragers.
Invoering maatregel WIA-beoordeling op verdiensten
Ook deze maatregel moet in elk geval in 2024 de mismatch bij sociaal-medisch beoordelen verkleinen. Hij houdt in dat UWV bij zieke werknemers die ten tijde van de WIA-beoordeling werken de uitkering baseert op het bedrag dat zij met dit werk verdienen. Volgens het kabinet leidt dit tijdelijk tot meer en hogere WIA-uitkeringen. Ook dit betekent een verhoging van de collectieve schadelast. Daarnaast stelt de maatregel het uitgangspunt buiten werking dat een WIA-uitkering niet afhangt van de bestaande praktijksituatie, maar van het resterende verdienvermogen.
Aanpassing dagloonsystematiek WIA
Het kabinet wil via een aanpassing in de dagloonsystematiek een WIA-hardheid wegnemen voor zieke werknemers met een WW-verleden. Omdat WW-uitkeringen met een maand vertraging worden uitbetaald, hebben mensen die in het jaar voor hun ziekte zo’n uitkering ontvingen soms te maken met een loonloos tijdvak. Dit verlaagt hun dagloon en dus hun WIA-uitkering. De aanpassing moet dit nadelige effect wegnemen. De keerzijde is uiteraard dat ook deze maatregel de collectieve WIA-schadelast vergroot.
Verhoging arbeidskorting
Voor arbeidsongeschikten met mogelijkheden om te werken is van belang dat de arbeidskorting in 2024 omhoog gaat. De maatregel heeft tot doel mensen met lage en middeninkomens minder belasting te laten betalen. Omdat alleen werkenden recht hebben op arbeidskorting, vormt hij bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid ook een extra financiële prikkel om te re-integreren.
Investering in meer bedrijfsartsen
Het kabinet doet een investering om een belangrijk knelpunt in het stelsel op te lossen waar casemanagers en riskmanagers sociale zekerheid vrijwel dagelijks mee te maken hebben. Via een noodmaatregel maakt het in de begroting SZW € 15 miljoen vrij om het aantal bedrijfsartsen te vergroten. Het geld is deels bedoeld voor het compenseren van de opleidingsuren van praktijkopleiders en het verminderen van de kosten van meer opleidingsplekken. Daarnaast moeten investeringen gaan plaatsvinden in de kwaliteit van de opleidingen en in efficiëntere samenwerking in multidisciplinaire teams.
Voortzetting adviesverzoek OCTAS
Wat de uiteindelijke impact zal zijn is aan het volgende kabinet, maar de demissionaire status van de huidige coalitie heeft in elk geval geen directe gevolgen voor de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). Van de leden worden nog steeds een probleemanalyse én opties voor structurele verbetering op de lange termijn verwacht. Ook de planning is ongewijzigd: het adviesrapport moet uiterlijk 1 april op tafel liggen. Daarna zullen de op dat moment geldende politieke verhoudingen bepalen welke voorstellen hun weg vinden naar nieuwe wetten en regels.
Voortzetting aanpak burn-outklachten
Mentale klachten hebben al jaren een groot en gestaag groeiend aandeel in het langdurig verzuim en de WIA-instroom. Overheidsaandacht voor het thema lijkt in elk geval het komende jaar verzekerd. Het kabinet zet de huidige aanpak van mentale en burn-outklachten in 2024 voort en ziet werkenden hierbij als een van de voornaamste risicogroepen. Twee speerpunten zijn de ‘Brede Maatschappelijke Samenwerking burn-outklachten (BMS)’ en de aanpak ‘Mentale Gezondheid van ons allemaal’. De focus ligt op preventie en samenwerking met een groot aantal maatschappelijke organisaties.
Ontwikkeling Arbovisie 2040
Ook gezond en veilig werken in bredere zin blijft in 2024 een kabinetsspeerpunt. Het ministerie van SZW werkt met onder meer de sociale partners aan een Arbovisie 2040 die de basis moet leggen voor goed arbobeleid. Kernbegrippen zijn inzet op preventie, verbetering van de uitvoering, gedegen toezicht en striktere handhaving. Internationaal sluit het kabinet aan bij Vision Zero, een ambitie om arbeidsongevallen en beroepsziekten te voorkomen en fysieke en mentale gezondheid te bevorderen. Dat er op arbogebied nog veel te verbeteren valt, wordt door vrijwel iedereen onderschreven. De toekomst zal uitwijzen of de Arbovisie 2040 die verbetering ook inderdaad gaat brengen.
Verschuiving scholingsbudget van STAP naar SLIM
Het kabinet schuift € 73,7 miljoen uit de scholingssubsidie Stimulering Arbeidsmarktpositie (STAP) door naar de Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen (SLIM). Dit betekent dat een deel van het geld dat ooit was vrijgemaakt voor scholingsplannen van individuele werkenden in plaats daarvan gaat naar initiatieven voor individuele scholing op bedrijfs- en brancheniveau. Het gaat om precies de helft van een besparing van € 147,4 miljoen die voortkomt uit een meer gerichte vormgeving van de STAP-regeling in 2023. Deze laatste regeling zal per 1 januari 2024 volledig komen te vervallen. Het extra SLIM-budget geldt voor de periode 2024-2027.
Verhoging minimumloon
Tot slot een wijziging die niet in de kabinetsplannen staat maar wel te verwachten is, en onder meer gevolgen heeft voor de loondoorbetaling en WGA-vervolguitkeringen. Bij de Algemene Beschouwingen tekende zich een Kamermeerderheid af voor een extra verhoging van het wettelijk minimumloon met 1,7%. Deze aanpassing komt bovenop de gebruikelijke inflatiecorrectie. Bovendien dient hij zich aan na forse verhogingen van het minimumloon in 2023: een uitzonderlijke 10,15% per 1 januari en nog eens 3,13% per 1 juli. Alles bij elkaar levert dit een forse toename op van de kostenrisico’s rond verzuim en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Op de hoogte blijven?
Houd onze site in de gaten, want het RSC blijft alle ontwikkelingen rond het sociale stelsel uiteraard op de voet volgen. Als er aanleiding voor is, kun je zeker updates van ons verwachten.