Minister zinspeelt op standaard 2 jaar wachttijd bij verplichte AOV
Een van de opties die het ministerie van SZW verkent om de verplichte AOV voor zelfstandigen beter uitvoerbaar te maken is vrijwel zeker verlenging van de wachttijd naar 2 jaar. Dit blijkt uit antwoorden van minister Van Hijum (SZW) op Kamervragen. De bewindsman legt zich nog nergens op vast, maar laat wel blijken dat hij de voordelen van deze oplossing scherp in beeld heeft.
De ambitie om een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen in te voeren is de voorbije jaren een waar hindernissenparcours gebleken. De afspraak om zo’n verzekering te ontwikkelen dateert al van het pensioenakkoord van 2019. In de jaren daarna lukte het echter steeds maar niet om een invulling te vinden die voor UWV en de Belastingdienst uitvoerbaar is. Net als zijn voorgangers moest het kabinet-Schoof eind 2024 concluderen dat het nodig is om naar de tekentafel terug te keren. Minister Van Hijum (SZW) gaf toen aan op zijn vroegst in het najaar van 2025 een nieuw wetsvoorstel te kunnen indienen bij de Tweede Kamer.
De ooit voorziene flexibiliteit lijkt uit beeld te raken
Bij de behandeling van de SZW-begroting voor 2025 heeft Van Hijum alvast één duidelijke hint gegeven over zijn denkrichting. In reactie op Kamervragen (p. 4) wil de minister niet vooruitlopen op de oplossingen die hij gaat toepassen. Tegelijkertijd staat hij op zodanige wijze stil bij de voordelen van een specifieke optie, dat het moeilijk voorstelbaar is dat deze niet nadrukkelijk in beeld is. Dit is een verlenging van de wachttijd van 1 naar 2 jaar. Net als zo’n beetje alle andere opties ligt ook deze gevoelig: het oorspronkelijke AOV-voorstel van de sociale partners uit 2020 bevatte juist meerdere keuzeopties rond de wachttijd. De bijbehorende flexibiliteit op het gebied van dekking en kosten moest de verplichte AOV acceptabel(er) maken voor de overwegend onwillige doelgroep.
Een wachttijd van 2 jaar heeft meerdere voordelen
Waar het vorige kabinet deze flexibiliteit al inruilde voor een standaard wachttijd van 1 jaar, lijken de nieuwe uitvoerbaarheidsbezwaren Van Hijum nu aan te zetten tot een keuze voor 2 jaar. De minister somt 3 voordelen op die dit zou opleveren:
Meer weten?
