Overzichten belangrijkste wijzigingen werk en inkomen in 2025

Overzichten belangrijkste wijzigingen werk en inkomen in 2025

Per 1 januari 2025 zijn diverse wijzigingen op het gebied van werk en inkomen van kracht geworden. Zo zijn het minimumloon, veel uitkeringen en de premiepercentages voor de AWf-premies verhoogd. Verder is het loonkostenvoordeel van oudere werknemers gedaald, vervalt het lage-inkomensvoordeel en handhaaft de fiscus strenger op schijnzelfstandigheid. Op zoek naar overzicht? We zetten de voornaamste wijzigingen én enkele handige informatiebronnen op een rij.

Er zijn meerdere partijen die overzichten publiceren van de wijzigingen die per 1 januari 2025 zijn ingegaan. Omdat zij ieder eigen keuzes maken over de samenstelling, vertonen hun opsommingen naast veel overeenkomsten ook verschillen. Drie behoorlijk uitvoerige exemplaren zijn die van de Rijksoverheid, AWVN en CNV. Ook de Nieuwsbrief Loonheffingen 2025 van de Belastingdienst biedt een handig overzicht, net als het overzicht van premies en bedragen dat UWV bij wijzigingen steeds actualiseert. Omdat deze lijsten elkaar niet volledig overlappen en enkele gegevens tussentijds nog zijn veranderd, zetten we hieronder de belangrijkste veranderingen ook nog eens op een rij.

Stijging minimumloon verhoogt ook veel uitkeringen

Per 1 januari 2025 stijgt het bruto minimumloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder van € 13,68 naar € 14,06 per uur. Voor jongere werknemers geldt een staffel met lagere bedragen per leeftijdscategorie.

Door de verhoging van het minimumloon stijgen ook de uitkeringen binnen de Ziektewet, WIA, Wajong, WW, Participatiewet (bijstand), IOW, IOAW, WAO en AOW.

Premiepercentages AWf en Aof zijn gestegen

De premiepercentages voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) zijn gestegen. De premie AWf-hoog (flexibele dienstverbanden) gaat in 2025 naar 7,74% en de premie AWf-laag (vaste dienstverbanden) naar 2,74%.

De premies voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) zijn ook verhoogd. Kleine werkgevers betalen in 2025 een premie van 6,28% en grote werkgevers een premie van 7,64%. Let op: deze percentages zijn eind november 2024 vastgesteld en wijken af van de cijfers die aanvankelijk (in september) waren voorzien.

AOW-leeftijd blijft gelijk, loonkostenvoordeel oudere werknemer daalt

De AOW-leeftijd blijft staan op 67 jaar.

Bij oudere werknemers die na 1 januari 2024 in dienst zijn gekomen zakt het loonkostenvoordeel per 1 januari 2025 van € 3,05 naar € 1,35 per uur en vervalt het volledig vanaf 1 januari 2026. Bij oudere dienstverbanden blijft het voordeel in 2025 op € 3,05 liggen en blijft het in 2026 intact. Wel geldt bij deze groep een maximale duur van 3 jaar.

Einde lage-inkomensvoordeel, herstart handhaving schijnzelfstandigheid

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2025 vervallen. Het LIV was bedoeld om werkgevers te stimuleren werknemers in een kwetsbare positie aan te nemen, maar leverde onvoldoende resultaat op. Het vrijkomende budget wordt ingezet voor andere tegemoetkomingen voor werkgevers.

Na een jarenlang handhavingsmoratorium gaat de Belastingdienst weer optreden bij vermoedens van schijnzelfstandigheid. Omdat gedurende de pauze de wettelijke regels zijn aangepast, is de handhaving in principe strenger. De fiscus publiceerde hierover afgelopen najaar een Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties.

Meer weten?