Opnieuw uitstel verplichte AOV zelfstandigen


Er komen opnieuw aanpassingen in het wetsvoorstel voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zelfstandigen. Dit heeft minister Van Hijum (SZW) gemeld aan de Tweede Kamer. De wijzigingen zijn vooral nodig wegens commentaar van UWV en de Belastingdienst, de beoogde uitvoerders van de regeling. De verwachte indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer verschuift naar op zijn vroegst het najaar van 2025.
De minister meldt het uitstel in een kort persbericht en in een uitvoeriger brief aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel Wet basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (Baz) heeft tot doel alle zelfstandigen tot aan de AOW-leeftijd verplicht publiek te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Het verplichte karakter is noodzakelijk om risico’s binnen een grote groep ondernemers te kunnen delen en de kosten te beperken. De premie voor de collectieve verzekering zou 6,5% van het inkomen moeten gaan bedragen, met een maximum van € 195 per maand. De afspraak om een verplichte verzekering te ontwikkelen dateert al van het pensioenakkoord van 2019.
Vanaf het begin veel uitvoeringsproblemen verwacht
De sociale partners kwamen in 2020 met een eerste voorstel voor de verplichte AOV. Hier was al direct veel kritiek op. Een van de kernproblemen is dat onderdelen die de verzekering aanvaardbaar moeten maken voor zelfstandigen, grote problemen opleveren voor UWV en de Belastingdienst. Zij zijn de beoogde uitvoerders van de regeling. Omdat beide instanties aangaven dat het voorstel in de toenmalige vorm niet uitvoerbaar was, werd het plan gewijzigd. Volgens een Kamerbrief van april 2023 kwamen in plaats van alleen zelfstandigen zonder personeel álle IB-ondernemers (met en zonder personeel) en meewerkend echtgenoten onder de verzekeringsplicht te vallen. De beoogde flexibele wachttijd (6, 12 of 24 maanden) werd een standaard wachttijd van 12 maanden.
Ook nieuw voorstel blijkt onuitvoerbaar
In juni 2024 legde het toenmalige kabinet een uitgewerkt wetsvoorstel voor ter internetconsultatie. De kritiek die hierop binnenkwam is voor de huidige coalitie reden om het ontwerp voor de wet toch weer te herzien. Een belangrijke reden hiervoor is dat UWV en de belastingdienst ook dit voorstel onuitvoerbaar achten. Zij wijzen erop dat de grondslag op basis waarvan de premie wordt geheven, namelijk de winst uit onderneming, veel te lang onzeker is. Zekerheid hierover ontstaat pas 1,5 tot 5 jaar na het begin van het belastingjaar, bij definitieve vaststelling van de aanslag inkomensheffing. Dit levert een groot risico op terug- en nabetalingen en (problematische) schulden op. Daarnaast voorzien beide instanties capaciteitsproblemen vanwege complexiteit in de uitvoering.
Nieuw voorstel volgt op zijn vroegst in najaar 2025
Van Hijum geeft aan dat hij de knelpunten gaat bestuderen en blijft streven naar een uitvoerbare, betaalbare en uitlegbare verzekering. Om de ontvangen bezwaren en adviezen op zorgvuldige wijze
te kunnen verwerken, zal hij op zijn vroegst in het derde kwartaal van 2025 een aangepast voorstel indienen bij de Tweede Kamer. Dit betekent dat het kabinet mogelijk met een korting te maken krijgt op Europese financiering die het ontvangt voor het Herstel- en Veerkrachtplan waar de Baz deel van uitmaakt. Het kabinet wil daarom met de Europese Commissie in gesprek over mogelijkheden om eerder afgesproken deadlines aan te passen.
Meer weten?
Lees het persbericht en de brief aan de Tweede Kamer over de verplichte AOV voor zelfstandigen.